Latin Motets

Latvian Radio Choir, Sigvards Klava

Anton Bruckner wordt nu beschouwd als een van de belangrijkste symfonische componisten van de 19e eeuw. Maar ook koormuziek maakte integraal deel uit van zijn oeuvre. Dit album bevat een selectie van kleinere (Latijnse) koorwerken die over een brede periode zijn geschreven, tussen 1848 en 1892. Veel van deze werken werden lange tijd bijna vergeten. Het is pas in het recente verleden dat de koorwerken van Bruckner weer meer in de belangstelling zijn komen te staan in de muziekwereld.

Het repertoire van het Lets Radiokoor reikt van renaissancemuziek tot de meest veeleisende moderne partituren. Tegelijkertijd zou het koor met enig recht een klanklaboratorium genoemd kunnen worden: De zangers breiden hun vaardigheden uit door de mysteries van traditionele gezangen te verkennen, evenals de kunst van kwarttoon- en boventoonzang en andere technieken. Deze technische soevereiniteit komt ook Bruckners Latijnse motetten ten goede.

Bruckner:
 Ave Maria (1861), WAB 6
 Christus factus est, WAB 11
 Locus iste, WAB 23
 Os justi meditabitur sapientiam
 Pange lingua
 Tantum ergo in D major, WAB 32
 Tantum ergo in D major, WAB 42
 Tota pulchra es, antiphon, WAB 46
 Vexilla regis
 Virga Jesse floruit

"I prefer them to Cambridge’s King’s College Choir, who sound as if they are trying to be angels, while this Latvian choir resounds from the bottom upwards and does sound much more like an anxious congregation praying.
BBC Music Magazine - February 2021 *****

"These pieces have been recorded multiple times before, but the unforced natural expressivity of the singing as well as the accuracy of the intonation at all dynamic levels puts this new version very near the top of the list. Among the finest of the performances is that of Tota pulchra es, which communicates a feeling of ineffable timelessness at the opening as well as a sense of tremendous majesty at the organ-supported climax."
Gramophone Magazine - February 2021