Gratis verzending vanaf € 20 binnen Nederland

Nieuw en Tweedehands

Gloria/Symphony No.3

Poulenc/Honegger

Royal Concertgebouw Orch/Mariss Jansons/Luba Orgonasova

SACD   1 disc(s)   24-08-2006
Classical | Choral Music

Bestel- en levertijd
De getoonde levertijden (met uitzondering van In Stock-items) zijn enkel en alleen een gemiddelde op basis van de eerdere prestaties van achterliggende groothandels, distributeurs, labels en fabrieken.
Indien er geen voorraad is bij de Nederlandse distributeur, of het label, dan kan het soms enkele weken duren! Dit betreft dan vaak een landelijke situatie.
Neem gerust eerst contact met ons op indien u een deadline heeft. Wij kijken dan meteen of dit haalbaar is! *

€ 22.95
Extra info: Royal Concertgebouw Orch/Mariss Jansons/Luba Orgonasova
Drager: SACD
Maatschappij: Bertus
Label: Rco Live
Barcode: 5425008375465
Artikelcode: S92028
Suffix - prefix: 06003 RCO
Solist(en): NETHERLANDS RADIO CHOIR/LUBA ORGONASOVA
Orkest: ROYAL CONCERTGEBOUW ORCHESTRA

Luba Orgonásová (soprano) & Royal Concertgebouw Orchestra, The Netherlands Radio Choir, Mariss Jansons

Arthur Honegger en Francis Poulenc - ook al waren zij levenslang bevriend, er is een groot contrast tussen deze twee leden van "Les Six"; tussen de Franse Zwitser, wiens familie uit het Oberland van Zürich kwam, en de geboren Parijzenaar; tussen de aartspessismist uit het protestantse nest en de frivole katholiek. De twee religieus geïnspireerde composities die hier naast elkaar zijn opgenomen, zijn immers ook van geheel verschillende aard. Honeggers "Symphonie liturgique" is vol sombere vermaning, Poulencs verrukte Gloria is een onmiskenbare jubel.

Honegger:
 Symphony No. 3, H186 'Liturgique'

Poulenc:
 Gloria

'Mariss Jansons, chefdirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest, is er de man niet naar om zijn neus op te halen voor soepel in het oor vallende klanken. Op zijn nieuwe cd geeft hij Poulencs Gloria, een van de gemakkelijk te verstouwen composities uit de literatuur, een serieuze, strakke uitvoering. Het Groot Omroepkoor laat zelfs de lastigste passages blinken en stralen als nooit tevoren. Als tegenhanger koos Jansons de plechtige Symphonie liturgique van Arthur Honegger. Het Gloria van Francis Poulenc voor sopraansoliste, koor en orkest was onmiddellijk na het verschijnen in 1959 een groot succes. Eindelijk was er een aansprekend ‘modern’ werk waaraan ook koren en orkesten uit de provincie eer konden behalen. Zelfs amateurs zouden zich er zonder al te veel kleerscheuren aan kunnen wagen. De magnifieke compositie maakte een zegetocht door Frankrijk, Europa en Amerika. Poulencs collega’s, onder wie Darius Milhaud, waren jaloers op dit succes. Zulke makkelijke, Puccini-achtige klanken hadden zij niet op hun palet. Maar grote dirigenten en orkesten haalden hun neus op voor deze publieksmuziek. Het kwam allemaal te gemakkelijk binnen, het was te mooi, softporno zelfs. Reden om er met een grote boog omheen te lopen. Dat is natuurlijk ridicuul. Bijna geen twintigste-eeuws werk zit zo goed in zijn jas als juist dit Gloria van Poulenc. Doe het maar eens, schrijf maar eens gemakkelijke klinkende muziek; slechts weinige echt grote componisten als Edvard Grieg of, inderdaad, Francis Poulenc hebben die gave. Een en ander heeft ertoe geleid dat het Gloria vrijwel nooit door topensembles wordt uitgevoerd, laat staan opgenomen. Jammer, want gemakkelijk te spelen is het werk bepaald niet. Ritmiek en intonatie stellen zeer hoge eisen. Als Poulenc niet spatzuiver wordt gezongen en zijn ritmiek niet heel consequent en mooi strak is, klinkt hij al snel slap en nuffig. Die Franse slag verdient hij nu juist niet! Wat geweldig derhalve dat Mariss Jansons het Gloria met het Concertgebouworkest heeft opgepakt en als koor het Groot Omroepkoor heeft aangetrokken, toch een van ’s werelds beste radiokoren. Passages die bij anderen doorgaans groezelig van intonatie zijn, blinken en stralen nu als nooit tevoren. Bijvoorbeeld bij het slot ‘Qui sedes ad dexteram Patris’, waar koor en orkest elkaar regelmatig afwisselen: in de oudere opnamen van George Prêtre en Seiji Ozawa zakten de koren voortdurend, waardoor de aansluitingen ongelukkig uitvielen. Zo niet bij het Groot Omroepkoor. De soliste Luba Orgonásová heeft een fijn, ingetogen stemgeluid met een prachtig vibrato dat in beide delen ‘Domine Deus’ en ‘Qui sedes’ mooi mengt met het koor. Het is al met al een frisse en onstuimige uitvoering met zeer hoge tempi, alsof de musici de laatste trein van Blois naar Tours nog moesten halen. Dat valt te betreuren in de eerste twee delen, maar in het slot is het onweerstaanbaar. Jansons hartstochtelijke pleidooi liegt er niet om; met deze gezonde muziek is helemaal niets mis. Poulencs gulle katholieke klanken contrasteren fraai met de Derde symfonie ‘Liturgique’ van Arthur Honegger uit 1945-6. Dit ernstige, meer protestantse werk is als het ware een verwerking van de Tweede Wereldoorlog. De titels van de delen zijn genomen uit de dodenmis en moeten worden verstaan als motto’s: ‘Dies Irae’ (Dag des Toorns), ‘De profundis clamavi’ (Uit de diepten heb ik geroepen) en ‘Dona nobis pacem’ (Geef ons vrede). Een groot orkestwerk met een heel diepe adem dat rijk is aan gedachten. Een emotioneel betoog dat moeiteloos van begin tot einde weet te boeien. Het orkest van Honegger is geraffineerder en diverser dan het meer naïeve orkest van Poulenc. Jansons legt van beide de onweerstaanbare charme bloot.'
Klassieke Zaken Magazine - Jurjen Vis

"The Netherlands Radio Choir is impressively well-drilled… The Slovakian soprano Luba Orgonásová soars majestically over the whole, alternately creating serenity and high drama as required. …a modern reading that is monumental but never melodramatic."
BBC Music Magazine - June 2008 ****