Francisco Soto De Langa: 20 Laude Spirituali

Capilla Musical de La Iglesia Nacional Espanola de Roma/Alessandro Quarta

Wereldpremière van gewijde liederen en populaire hymnen uit het laat 16e eeuwse Rome, waarbij het werk van een vergeten Spaanse componist in de rijke traditie van de lauda spirituale nieuw leven wordt ingeblazen. De lauda spirituale is een hymne voor gemeentezang die zijn oorsprong vindt in het middeleeuwse Italië en is geschreven in de volkstaal in plaats van in het Latijn, de liturgische taal. Franciscus van Assisi en Jacopone di Todi zijn de bekendste auteurs van teksten die door nu anonieme monnik-muzikanten als lauda spirituale op muziek zijn gezet. Francisco Soto De Langa, geboren in 1534 in de streek Duero in Spanje, begon zijn muzikale opleiding als diskant aan de kathedraal van Burgo de Osma alvorens naar Rome te gaan, waar hij in juni 1562 toetrad tot het koor van de Sixtijnse Kapel: Soto was de eerste castraat die deel uitmaakte van dit koor. Hij zou 49 jaar lang - tot 1611 - in het koor zingen, waarvan de laatste vijf jaar als maestro di cappella. In Rome ontmoette hij al snel de heilige Filippus Neri, de stichter van de Oratoriaanse Kerk. Het was voor Neri dat Soto de laude spirituali op dit album componeerde en arrangeerde. Tegen die tijd was de traditie van de volkszang geëvolueerd van monofone zang zonder begeleiding naar een uitwerking met harmonie, eenvoudige polyfonie en instrumentale begeleiding. De componist Soto schreef niet in de verfijnde polyfone stijl van Palestrina, zijn collega in de Sixtijnse Kapel: deze liederen en hymnen zijn nog steeds in wezen volks en toegankelijk. Ter gelegenheid van de 400e verjaardag van Soto's dood in Rome in 1619 heeft de Spaanse Kerk in Rome dit project opgezet en gerealiseerd om een verzameling van zijn vele overgeleverde hymnen in het Spaans en Italiaans op te nemen. De zangers worden ondersteund door een rijk continuo-ensemble van viool, theorbe, harp, viola da gamba, slagwerk en orgel, dat kleur en variatie toevoegt aan de texturen. Het boekje bij deze inzichtelijke nieuwe uitgave bevat een inleiding tot de geschiedenis van de laude spirituale, de carrière van Francisco Soto De Langa en de gezongen teksten. De spirituele lauda ontstond in het kader van de volksdevotie onder de volkeren van het Middellandse-Zeegebied tijdens de late Middeleeuwen en raakte ingeburgerd in Midden-Italië, waar een sterke mondelinge traditie tot op heden heeft standgehouden. Oorspronkelijk waren het monodische composities in de volkstaal, geïnspireerd op de stijl van de Occitaanse troubadours (12e-14e eeuw), met een regelmatig ritme en een eenvoudige melodische vorm die door iedereen gezongen kon worden, met of zonder instrumentale begeleiding. Francisco Soto werd in 1534 geboren in Langa de Duero, in wat nu de provincie Soria is, Spanje. Hij kreeg een muzikale opleiding als puer-cantor in de kathedraal van El Burgo de Osma voordat hij naar Rome ging en zich in 1562 als cantor aansloot bij de Pauselijke Muziekkapel, nu algemeen bekend als het Koor van de Sixtijnse Kapel. Hij was de eerste castraat die tot dit koor werd toegelaten. Hij diende in Rome gedurende 49 jaar, tot 1611, als falsetto sopraan, waaronder 5 jaar als maestro uno inter pares van de Cappella Musicale Pontificia, tussen 1606 en 1611. Deze opname bevat 20 Laudi, afkomstig uit de 5 Laudi boeken die tussen 1583 en 1598 in Rome werden uitgegeven, geschreven door Soto de Langa in gewaagde polyfone arrangementen.

Francisco Soto De Langa: 20 Laude Spirituali:
 1. Ringratianti, O Giesù Buono 1:58
 2. Nell’apparir Del Sempiterno Sole 2:49
 3. Dammi Un Bel Cor, Signore 3:07
 4. Che Fai, Alma? 3:20
 5. Anima Mia Dolente 3:22
 6. Gioia & Amore 1:49
 7. La Regina Celi 2:09
 8. Alma Dexa la Tierra 3:05
 9. Signor Ti Benedico 2:44
 10. Vergine Poverella 2:36
 11. No Ves Mi Dios 1:45
 12. D’amoroso Dolor 3:34
 13. Si Tus Penas No Pruebo 1:40
 14. Quando Vedrò 3:26
 15. Discepolo & Maestro: Io Vorrei Mutar Vita 3:14
 16. Niño Que Hoy Nacido Has 3:06
 17. Fieri Lacci, E Catene 2:19
 18. Quand’io Ripenso 3:06
 19. O Dolcezza 2:23
 20. Per Ché M’inviti Pur 1:39