Oboe Concertos & Cantatas

Xenia Löffler (oboe) & Collegium 1704, Václav Luks

Geïnteresseerde kerkgangers in Leipzig zullen in de herfst van 1726 waarschijnlijk een nieuw kenmerk hebben opgemerkt in de zondagse cantateuitvoeringen van de Thomaskantor: terwijl Bach eerder werken met fijn uitgewerkte openingskoren had gepresenteerd, begon hij nu in de late herfst en winter van 1726 / 1727 aan een reeks solo- en dialoogcantates waarin het koor hooguit in eenvoudige slotkoralen werd ingezet; in plaats daarvan kwamen de virtuoze vaardigheden van individuele solisten op de voorgrond te staan. Uit deze serie presenteren Anna Prohaska en de barokhoboïste Xenia Löffler twee solocantates met obbligato hobo. Zij zullen worden begeleid door het uitstekende Collegium 1704 onder leiding van Václav Luks. Daarnaast zullen twee van Bachs concerti worden uitgevoerd: het populaire Concerto voor hobo d'amore BWV 1055 en een interessante nieuwe versie van het Concerto BWV 1061, speciaal geschreven voor het project, waarin de oorspronkelijke solopartij van de twee klavecimbels werd overgebracht naar een concertino van hobo, viola da gamba, viool en fagot. Het resultaat is een even opwindende als onthullende Bach-opname met voortreffelijke vertolkers, een topontmoeting van de huidige Bach-interpretatie.

Bach, J S:
 Oboe Concerto in A major, BWV1055
 Oboe Concerto in G minor, BWV1056
 Oboe d'amore Concerto in A major, BWV1055
 Cantata BWV52 'Falsche Welt, dir trau ich nicht'
 Cantata BWV84 'Ich bin vergnügt mit meinem Glücke'

‘Maximaal effect, minimale middelen’, zo omschreef het Franse Diapason de kracht van het Praagse oudemuziekensemble Collegium 1704 aleens. Het gezelschap verrast keer op keer met spannende cd-programma’s. Deze keer combineert het ensemble onder leiding van Václav Luks samen met hoboïste Xenia Löffler en sopraan Anna Prohaska hoboconcerten en cantates met een belangrijke hobopartij van Johann Sebastian Bach. Hiermee bewijst Collegium 1704 dat Bach kan zingen met een hobo en een stem instrumentaal kan laten klinken.

"The orchestral playing under Václac Luks is delicately supportive, at all times attentive and neatly moulded to the soloists’ moves. Löffler’s wondrous playing deserves nothing less, though."
Gramophone Magazine - December 2018