Orphee Aux Enfers

Reinoud Van Mechelen (tenor) & Vox Luminis, A Nocte Temporis, Lionel Meunier

Lully's landelijk koninklijk monopolie op de uitvoering van opera's was bedoeld om concurrenten als Marc-Antoine Charpentier op afstand te houden. Aangezien dit privilege niet gold voor kleinschalige privé-optredens, kon Charpentier tenminste zijn muzikaal-dramatische vaardigheden tonen in de salons van zijn adellijke beschermheren. De twee meesterlijke miniatuur-opera's, waarvan de Orphée descendant aux Enfers, gecomponeerd in 1684, zelden te horen is geweest, worden hier gepresenteerd door de gecombineerde krachten van de twee topensembles A Nocte Temporis en Vox Luminis. Reinoud van Mechelen, momenteel de leidende haute-contre, is te horen in beide titelrollen.

Charpentier, M-A:
 La Descente d'Orphée aux enfers
 Orphée descendant aux enfers, H. 471

"De kracht van de mythe van Orfeus en Euridice zit hem in de liefde. Als liefde zelfs de dood kan overwinnen, moet het wel de grootste kracht van het universum zijn. Dat de liefde het daarna door een gebrek aan vertrouwen verliest van zoiets als ongeduld is bijzaak. De mythe sprak zo tot de verbeelding dat vele operacomponisten juist dit verhaal aangrepen. De Franse componist Marc-Antoine Charpentier deed het zelfs twee keer. In 1684 schreef hij een korte cantate voor drie stemmen over het verlangen van Orfeus en twee jaar later schreef hij een kameropera voor het hof van Marie de Lorraine, de prinses van Joinville. Het is op en top Franse finesse met Orfeus als een haute-contre, de hoge tenorstem die ook Charpentier zelf had, in de hoofdrol. Het Belgische Vox Luminis strikte tenor Reinoud van Mechelen en nam met het ensemble A Nocte Temporis beide werken lumineus op. Het resultaat is een grootse Franse viering van de liefde, waarin de componist van de Eurovisie-herkenningstune zich wederom bewijst als een van de beste Franse barokcomponisten."
Klassieke Zaken Magazine 1-2020

"Van Mechelen is a seductive Orpheus – small wonder that his limpid, pliant, expressive voice and eloquent diction enchants both his nymph-bride Eurydice (brought to life here by the dewy-voiced Déborah Cachet) and the god Pluto (stylishly sung by Geoffroy Buffière)…The sensitive interplay of voices and instruments has all the intimacy of chamber music…Alpha Classics’s recording is luminous and detailed."
BBC Music Magazine - March 2020 *****

"The music for the viols is simply ravishing, and it’s beautifully played. Van Mechelen sings powerfully, with more than a touch of desperation. The other instruments of A Nocte Temporis provide excellent support."
Gramophone Magazine - March 2020